Blog: Waar is de samenhang?

Blog geschreven door: Ellen Vloothuis


Deze blog beschrijft mijn reis van een Nederlands schoolsysteem naar een Internationaal curriculum op een Chinese Bilingual School in Shanghai.

Ik dook vanuit mijn Nederlandse ervaring vol enthousiasme in een totaal tegenovergesteld schoolsysteem. Eentje waar geen lesmethoden de rode draad vormt van het onderwijs, maar waar sterk thematisch onderwijs en onderzoekend leren centraal stond.

1 augustus 2015, Shanghai. Mijn collega wees mij mijn lokaal aan. ‘Hier ga je jouw groep 4 lesgeven. Richt het maar in zoals je wilt en start maar met de voorbereidingen van het thema.’
Na een training over het International Baccalaureaat (IB) curriculum (Making the PYP Happen) en een brainstormsessie met mijn nieuwe team over hoe we ervoor kunnen zorgen dat aan het einde van het transdisciplinaire thema onze leerlingen het centrale idee begrijpen, staarde ik naar het weekrooster dat aan de muur hing in mijn lokaal. Drie kwart van het rooster werd gevuld met thema onderzoek. Daarnaast werden de vakken Engels, Mandarijn, Literatuur (in de bibliotheek), Rekenen, Kunstzinnige vorming, Gym, en ICT nog expliciet genoemd, maar ook dit alles stond in het teken van het thema, zo begreep ik uit de training. Maar hoe ga ik deze lessen invulling geven? Waar zijn de lesmethoden? Hoe bereid ik dit voor? Waar haal ik materialen en bronnen vandaan? Ik had werkelijk geen idee en ik kreeg het lichtelijk benauwd. Tijdens mijn sollicitatiegesprek was ik overtuigd over mijn ideeën van thematisch onderwijs, maar nu begon ik aan mezelf te twijfelen. Hoe ga ik in hemelsnaam al mijn onderwijs vormgeven zonder lesmethoden?

Gaandeweg begon ik de opbouw van het curriculum te doorgronden en de bijbehorende inclusieve didactische strategieën in de vingers te krijgen. Ik begon mij ook steeds meer af te vragen waarom het onderwijs in Nederland zo opgedeeld is in eilandjes. Waar is de samenhang? En zo is het IB onderwijs oorspronkelijk ook opgericht, als een reactie op het gebrek aan flexibiliteit in de beschikbare schoolsystemen.

Hoe ziet het IB programma er uit?

Het IB programma van het basisonderwijs is opgebouwd uit 6 transdisciplinaire thema’s. Elk thema werkt vakoverstijgend en houdt verband met de echte wereld. Via een transdisciplinair thema worden kennis, conceptuele inzichten, vaardigheden en persoonlijke eigenschappen in samenhang gebracht en ontwikkeld. Aan deze thema’s worden centrale ideeën gehangen, waarna (onderzoeks-) vragen, stellingen en dilemma’s worden gekoppeld. Op die manier wordt er (veel)soortige kennis vergaard. De centrale ideeën leiden vanzelf tot discussie en hogereordedenken.


Een voorbeeld

Transdisciplinair thema de planeet delen. Centraal idee: water is een gedeelde en eindige bron voor mensen, dieren en planten.


De volgende onderzoekslijnen zijn uiteengezet om de reikwijdte van dit centrale idee te bepalen:

  • hoe water zich beweegt en gedraagt (functie)
  • water als eindige bron en onze verantwoordelijkheid (verandering en verantwoordelijkheid)
  • Water als leefgebied voor planten en dieren (connectie)

De leerkracht stelt prikkelende vragen die gaandeweg beantwoord worden en inzicht geven in het centrale idee. Aan de onderzoekslijnen en vragen worden sleutelconcepten gehangen, zoals vorm, functie, oorzaak, verandering, perspectief, verantwoordelijkheid en reflectie. Een vraag van de leerkracht kan zijn: Wat is de rol van water voor mensen, dieren en planten? Hiermee wordt de functie van water onderzocht. Wat zijn de gevolgen van 
klimaatverandering op water? Hiermee wordt het concept verandering aan het licht gebracht.

Tot slot werk je binnen ieder thema toe naar het ondernemen van actie. Tijdens dit thema wordt bijvoorbeeld de vraag gesteld hoe we water kunnen sparen. Het sleutelconcept verantwoordelijkheid staat hierin centraal.

Naast de sleutelconcepten worden er gerelateerde concepten verbonden aan elk thema. Zo wordt in bovengenoemd voorbeeld concepten rondom natuur behandeld, over conservatie en behoud, natuurlijke bronnen, klimaat, habitat, maar ook rekenconcepten zoals hoeveelheid, maten, schatten en vergelijken. Deze concepten laten de breedte van het thema zien. Zo ook hoe er vakoverstijgend gewerkt wordt.

De didactische opbouw

De opbouw van het themaonderzoek start altijd met het activeren van voorkennis. Elk thema wordt er onderzocht wat de leerlingen al weten en kunnen. Ook wordt nagegaan hoe leerlingen dit al weten. Vanuit welke ervaring hebben ze deze kennis al? Er wordt constant gereflecteerd met als doel nieuwe vragen op te roepen. Van daaruit wordt nieuwe kennis opgebouwd en het kennisreservoir uitgebreid. Naast de prikkelende vragen van de leerkracht leren leerlingen zelf ook vragen te stellen. Wat willen de leerlingen nog weten? Elke leerling neemt op zijn eigen manier deel aan het themaonderzoek. Er wordt vervolgens informatie gewonnen met behulp van teksten, video, experimenten, en een bezoek aan bijvoorbeeld een waterzuiveringsbedrijf.

Gedurende 6-8 weken wordt kennis verzameld en gebundeld waarbij de hele groep van en met elkaar leert. Dit gebeurt door betekenisvolle interactie waarbij verschillende perspectieven en inzichten vanuit verschillende disciplines samenkomen en gedeeld worden.

Gaandeweg ontdekte ik dat mijn leerlingen het middelpunt van alle lesactiviteiten vormden en niet de lesstof. Zo kreeg ieder thema, ieder jaar een andere invulling. Als leerkracht fungeerde ik als een soort mentor, waarbij mijn doel was om de leerlingen te ondersteunen in hun onderzoeksproces en ze te helpen nadenken over wat ze leren. Dit betekent dat ik continu faciliteerde in taalruimte en taalsteun bood zodat de leerlingen hun leren en nieuw verworven kennis konden verwoorden en uiten.  Er vond continue interactie plaats. Denkstappen werden hardop geformuleerd. Er werd voortdurend gereflecteerd. Het startpunt van waaruit kinderen taal leren. Taal was in al mijn onderwijs het essentiële instrument om de doelstellingen van het onderzoeksthema te behalen en dus voor het succes van de leerlingen. Ik had geen lesmethode meer nodig.

“All teachers in a PYP school are considered teachers of language.” Making the PYP happen, (2009) p. 68.

Wil je meer weten over een inclusieve taalaanpak binnen je onderwijs en zet jij graag die taalbril op? Neem dan contact op met Het ABC.



Kan ik je helpen met jouw taalonderwijs?

Neem dan gerust contact met mij op